Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Onze vaders hebben op deze [16]berg aangebeden; en gijlieden zegt dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet [17]aanbidden. 16. Namelijk den berg Gerizim, alwaar Manasse, de broeder van den hogepriester Jaddus, getrouwd hebbende, tegen de wet der Joden, de dochter van een Samaritaansen overste Sanaballath, [zie Neh.6:], en daarover verstoten zijnde, heeft zich tot de Samaritanen begeven, en door toedoen zijns schoonvaders een nieuwen tempel op dien berg gebouwd, en ene scheuring aangericht, en is aldaar tot hogepriester gesteld. Waardoor namaals tussen de Joden en Samaritanen grote twist is ontstaan, over de plaats waar men behoorde aan te bidden. Zie 2 Mach.6:2, Josef. Antiq. lib.11, cap.8. 17. Door aanbidden wordt hier verstaan de gehele openbare en uiterlijke godsdienst.
L.N. Tolstoi, Vader Sergius, [1965], 35ev Twee oude mannen Het verhaal over 2 Jeruzalemgangers, dit op basis van Johannes 4:19-23 er achterkomen dat je overal God kan aanbidden.